Eerste opdrachten zijn voor iedereen!

Zaterdag, 28 november 2020 start de nieuwste schriftelijke cursus over het boek “Het zwijgen van Maria Zachea”. De eerste opdrachten zijn voor iedereen, om er aan te proeven én om zich warm te schrijven, zodat we over een paar dagen kunnen starten!

 

LEESFRAGMENT UIT HET ZWIJGEN VAN MARIA ZACHEA

Vooraf

Ik geloof niet dat ze me nog herkent. Maar zeker weten doe ik dat niet, want ze blijft me strak aankijken.

‘Dag oma’, zeg ik. ‘Ik ben het, de dochter van Piet.’

Ze blijft me aanstaren. Kunnen ogen ook ophouden met spreken? Er valt niet veel uit haar blik op te maken. Ik glimlach maar wat, leg onhandig mijn hand op haar magere arm. ‘Dag oma’, zeg ik nog een keer. Ze wendt haar gezicht af en kijkt weer naar de televisie.

Ik voel me opgelaten. In de bijna vijf jaar dat oma nu stil op haar stoel zit, ben ik bijna nooit bij haar op bezoek geweest. Ik was 21 toen zij eind 1988 werd getroffen door een hersenbloeding. Er waren reizen, liefdes, een nieuwe studie, een andere stad. Aan mijn oma dacht ik niet.

Ik kende haar ook nauwelijks. De 29 kleinkinderen waren haar best lief, we mochten met kerst allemaal komen sjoelen in de achterkamer. Maar ze was geen oma voor logeerpartijen, snoep en cadeautjes. Ze had al der tien kinderen grootgebracht – en dat vond ze meer dan genoeg.

Het is warm in de huiskamer. Mijn oom Nico zet koffie. Het is vanavond zijn beurt om op zijn moeder te passen. De familie wil niet dat oma, die sinds een paar jaar weduwe is, naar een verpleeghuis gaat. Overdag wordt ze verzorgd door verpleegsters, ’s avonds wisselen de kinderen elkaar af.
‘Waarom zegt oma niks?’, vraag ik aan Nico.

‘Dat weten we niet’, zegt hij. ‘Ze kán nog wel praten, daar ligt het niet aan.’

Na een uurtje ga ik weg. ‘Dag oma’, zeg ik. Ze kijkt niet op.

De laatste jaren van haar leven woonde oma naast mijn ouders. Ik was toen al de deur uit, maar wanneer ik bij hen op bezoek kwam, in het Zaanse Wormer, zag ik haar ’s avonds vaak zitten voor het raam. Steeds met een ander kind tegenover zich. Mijn ooms en tantes keken televisie, lazen de krant, gaven hun moeder eten en drinken en legden haar in bed.

‘Het zal vast niet lang duren’, zeiden ze in het begin tegen elkaar. Maar tegen alle verwachtingen in bleef oma leven. Acht jaar lang zat ze op haar stoel, voor ze, in 1997, overleed. Al die tijd bleven mijn vader en zijn broers en zussen voor ‘moe’ zorgen. Dat was ‘heel gewoon’, zeiden ze. ‘Zoiets doe je voor je moeder, ja toch?’ Ook onderling spraken mijn ooms en tantes amper over de verzorging van hun moeder. ‘Alles gaat goed, ja hoor, prima.’

Ik begreep die zwijgzaamheid niet. Waarom spraken zij zich niet uit? En waarom hield oma haar mond, als ze wel kon praten? Wat ging er schuil achter dat stille, ogenschijnlijk harmonieuze beeld dat avond aan avond in de huiskamer van oma werd geëtaleerd?

Als ik de acht broers en vier zussen bij elkaar zag, kon ik vaak niet geloven dat ze echt familie waren. Tussen de oudste, Jo, geboren in 1934, en de jongste, Guus, die van 1953 is, zat bijna twintig jaar verschil. Ze leken uit andere werelden te komen, mijn keurige tante die graag bij de Margriet te rade ging, en mijn ruige, langharige oom die zich in zijn jeugd liet inspireren door Marx en Jim Morrison.

Zo waren er meer intrigerende verschillen. Naast de twee oudste zussen, beide huisvrouw, had je de ‘professoren’: de serieuze broers die vroeger in de stad studeerden en die op verjaardagen vaak luidruchtig discussieerden over de wereldpolitiek. De ‘professoren’ hadden op hun beurt weinig gemeen met de ‘werkers’: de vier broers die van jongs af aan hun vader hielpen in het hoveniersbedrijf – en dat bedrijf vervolgens uitbouwden tot één van de grootste tuincentra van Nederland. En dan had je nog de vrijgevochten ‘kleintjes’, die van popmuziek hielden en die typische jarenzestigberoepen hadden als socioloog of cultureel werkster.

Mijn oma bracht al die verschillende stemmen weer bij elkaar. Jarenlang waren haar kinderen hun eigen weg gegaan. Nu deelden ze, net als vroeger, weer hetzelfde bed – al eisten sommigen schone lakens.

Ik zag de broers en zussen zitten en wilde weten wat ze dachten, in die stille uren. Wat wisten ze van hun moeder Maria Zachea? Wat wisten ze eigenlijk van elkaar? Hoe keken ze terug op hun gezamenlijke geschiedenis? Waren ze eenzaam geweest in dat grote, katholieke gezin, wat vreesden ze het meest en waar droomden ze stiekem van?

Hun verhaal zou veel méér zijn dan een familievertelling alleen. In de jaren vijftig en zestig veranderden de tijden razendsnel. Je kon, als je het rijtje afging, bij elke volgende broer of zus de maatschappelijke omwentelingen het gezin zien binnendenderen. Het was er allemaal: de armoe na de oorlog, de loodzware handkar en de aanschaf van de eerste brommer, de komst van rock’n-­roll, de invloed van de televisie en het onderwijs, de kinderen die niet meer naar de kerk wilden (en de woedende, orthodoxe vader), de eerste Vietnam­-teach in, het grote geld en de nieuwe hobby­tuinen, de bevrijding die de pil bracht, de popmuziek, de drugs en ‘de ontdekking van jezelf’.

De vraag was of mijn ooms en tantes zich wilden lenen voor deze persoonlijke oral history. In elke familie, en zeker in de mijne, is er wel een zwijgen, een opeenstapeling van onuitgesproken gevoeligheden, meningen en herinneringen. Iedereen wringt zich in bochten om de band die familie heet, te bewaren.

Als dochter en nichtje had ik me die kunst van het zwijgen vast ook eigen gemaakt. Maar nu had ik een alibi. Een alibi om de stilte te verbreken. Ik ging een boek schrijven. Een boek waarin ze allemaal, voor het eerst, hun eigen verhaal zouden vertellen, te beginnen bij de oudste en te eindigen bij de jongste. Een boek waarin niets verzonnen zou zijn.

Sommigen aarzelden. ‘Mijn moeder wilde altijd alles binnenskamers houden’, zeiden ze, ‘en nu ligt onze geschiedenis op straat. Ze zou zich omdraaien in haar graf!’

Maar ik had geluk. De meesten durfden het aan. En toen wilden de anderen niet achterblijven. Al was het maar omdat ze dan konden lezen hoe hun broers en zussen erover dachten.

In dit fragment is de schrijfster, Judith Koelemeijer, aan het woord. Judith is de kleindochter van Maria Zachea en de dochter van Piet.

Als voorproefje op de schriftelijke cursus, zijn hier een paar schrijfopdrachten om jezelf warm te schrijven, voordat we zaterdagochtend van start gaan met het eerste deel van de cursus. Alle deelnemers krijgen vrijdagavond de inlogcode gemaild, zodat iedereen om 8 uur naar de eerste opdrachten kan gaan op het blog.

 

Opdrachten

  1. Lees het fragment hardop voor en markeer in je boek (ja, ik hou ervan om in mijn boeken te schrijven en te onderstrepen) de zinnen die als het ware naar voren komen of schitteren op de pagina. Lees aandachtig en zonder haast, anders mis je de soms subtiele schittering.
  2. Schrijf de gemarkeerde zinnen in een lijst onder elkaar in je dagboek.
  3. Kies nu een van de items uit je lijst en zet de timer/kookwekker op 5 minuten.  Schrijf je gekozen item bovenaan de pagina in je dagboek en blijf schrijven tot je de timer hoort. Het is echt belangrijk dat je deze 5 minuten schrijvend doorbrengt. Ook als je het even niet meer weet of je pen hapert, dan blijf je schrijven! je kunt altijd het laatst geschreven woord blijven herhalen in dezelfde snelheid waarmee je eerder schreef, tot je weer verder kunt met je verhaal of dat de timer gaat.
  4. Lees na het schrijven deze tekst hardop aan jezelf voor.Deze techniek noem ik “Sprinten” en is een van de basiswerkvormen die je in deze schriftelijke cursus zal gebruiken. Ik raad je aan om hoofdstuk 12 in mijn handboek “Dagboek als spiegel” [pagina 51-53] voordat je met de cursus start te lezen.
  5. Hoeveel kleinkinderen heeft de moeder van jouw vader?
  6. Judith beschrijft haar oma (Maria Zachea, moeder van haar vader):
    De 29 kleinkinderen waren haar best lief, we mochten met kerst allemaal komen sjoelen in de achterkamer. Maar ze was geen oma voor logeerpartijen, snoep en cadeautjes. Beschrijf in slechts 3 regels tekst jouw oma.  [7-7-7 ,8]
  7. Heb je een speciale herinnering aan je oma? Beschrijf de eerst die in je opkomt en doe dit heel gedetailleerd, alsof je er weer bent, rondkijkt, hoort, ruikt, voelt, proeft… Schrijf een sprint van 10 minuten.
  8. Lees nu beide teksten van opdracht 6 en 7 hardop aan jezelf voor.
  9. Wat vind je ervan dat Judith als schrijver van dit boek, de stilte in de familie heeft verbroken? Schrijf hier een tekst over van 5 regels en geef daarin aan waarom je dit zo vindt.

 

Verwijzingen naar het leesboek en het handboek

[7-7-7 ,8] dit verwijst naar de pagina’s waar je de tekst in het boek kunt vinden. Er zijn 3 versies die ik vermeld: het eerste nummer is voor de eerste uitgave, het tweede nummer is voor de gratis versie die de bibliotheek heeft uitgedeeld en het derde nummer is de groot-letter uitgave.

Ook bij een verwijzing naar een schrijftechniek in mijn boek “Dagboek als spiegel” vind je dit tussen [rechte haken].

 

Ervaringen delen

Hoe heb je de lees- en schrijfoefeningen ervaren? Ik lees héél graag jouw reactie onder dit bericht.

 

Klik hier voor alle informatie over de cursus.
We beginnen op 28 november 2020.
Je kunt je vandaag nog aanmelden of later aansluiten.

20 reacties op “Eerste opdrachten zijn voor iedereen!

  1. Anja

    Fijn om weer te mogen schrijven. Zeker na al mijn systemisch werk van de afgelopen jaren is het mooi om dit boek te lezen (althans de eerste twee hoofdstukken) . Zeker omdat ik merk dat ik er nu heel anders naar mag kijken en ook naar de overeenkomsten uit mijn jeugd…die heb ik altijd toch ook wat weggestopt…maar waardevol om daar nu in deze tijd naar te mogen kijken en ook dat mag onderzoeken. Op een level zonder oordeel maar met een soort van nieuwsgierigheid, die ik in die richting niet van mezelf ken.

  2. Mariska Heijenk

    Mijn oma!
    Als eerste zijn daar de herinneringen aan oma uit mijn kindertijd.
    Dierbare beelden van hoe ze achter het keukenraam stond komen boven.
    Het zijn goede herinneringen, nog ongecompliceerd.
    Fijn om daarover te schrijven!

  3. Gerda

    Ik moet er echt nog inkomen. Was in 2001/2002 heel enthousiast over het boek. Vond het een eye opener. Vind het nu veel ‘gewoner’.
    En! Kom uit een hele grote familie (Opoe had 54 -60 kleinkinderen, mijn zus en ik weten het niet precies) en voel weerstand om in te zoomen op toen . Het was zo eenzaam – al die grote, arme gezinnen in de jaren 50 en 60.

    1. Mettje

      Wat fijn, ik was weer even bij mijn (opa en) oma. Ik ruik gewoon weer hoe het daar was. Dierbaar en kostbaar. Ik geloof dat oma er van zou genieten, dat ik dit schrijf. Ik zie uit naar morgenochtend.

  4. Marlies

    Bekend boek, nieuwe cursus, nieuw schrift… Mmm!
    Vraag. In de warmschrijfopdracht bij 5 gaat het over ‘de moeder van mijn vader’. Zij was al lang overleden voor ik geboren werd. Heb weinig over haar gehoord. Het leek wel of mijn vader geen jeugd heeft gehad.
    Bij de herinneringen aan mijn oma ging ik weer op de bekende weg: de moeder van mijn moeder, die ik trouwens ook nauwelijks gekend heb.

    Ik zat in dubio: welk spoor te volgen.
    Wat vind je hiervan?
    Groet Marlies

    1. Christine de Vries Bericht auteur

      Dank je voor je vraag, Marlies, want dat zullen zeker meerdere mensen herkennen. Er is geen goed of fout in deze cursus, maar er zijn wel enkele opties waar je uit kunt kiezen.

      – Je kunt een andere grootouder kiezen, waar je meer contact mee hebt gehad.
      – je kunt de verhalen beschrijven, die de familie je verteld heeft.
      – Je kunt beschrijven wat je graag zou hebben willen ervaren.
      – je kunt ingaan op het gegeven dat er zo weinig er in de familie over deze grootmoeder is verteld en hoe dat voor je is.

      Misschien staat hier nog een suggestie voor je bij, die je aan de tekst die je al hebt geschreven, wilt toevoegen. Ik hoor graag van je als er nog meer vragen zijn.

  5. Goudsbloem

    Fijn deze inschrijfoefeningen Christine, goed idee. Ik verheug mij op het vervolg en wat er allemaal nog ont-dekt wordt.
    Ik ben er helemaal klaar voor. Heb gisteren nog een paar extra gratis boeken van de bibliotheek mee mogen nemen en uitgedeeld en
    verteld van deze cursus.
    Hoe meer zielen hoe meer vreugde. Een mooie schrijfreis allemaal.

    1. Christine de Vries Bericht auteur

      Dank je voor jouw enthousiasme. Ik hoop dat er nog meer mensen zich bij ons zullen aansluiten. We zijn inmiddels al met een mooie groep van ruim 60 deelnemers!

  6. Atty van Lenteren

    Dag Christine,
    Wat een heerlijk plan van jou om juist dit boek uit te kiezen om over te schrijven.
    Opnieuw geniet ik van dit boek! Ook al kom ik uit een klein protestant gezin, maar ik woonde als kind (geborenen 1946) een aantal keren in een katholiek dorp. Ik was altijd jaloers op mijn katholieke vriendinnetjes. Zij waren gezellig met zovelen. Zij gingen elke dag naar hun prachtige kerk. Zij waren bruidjes, liepen mee in prossesies. Wat wilde ik graag een van hen zijn. Dit boek brengt mij weer terug naar mijn jeugd. Dank je Christine, ik geniet nu al volop. Atty

  7. Marieke

    Heerlijk! Het voelde weer als vanouds. Door mijn ongeluk heb ik heel lang niet de behoefte gevoeld om te schrijven en ik kon het ook niet. Nu ik deze oefeningen maak, komt dat weer terug. Fijn, ik verheug mij op het schrijven en de herinneringen.

  8. Monique Bijlsma

    Wat heerlijk om met deze oefeningen alvast even warm te lopen voor de aankomende weken. Opnieuw ervaar ik, hoe fijn ik het vind om een langere periode nav een boek te schrijven. Het verhaal in het boek verdiept zich voor mij, en in mij. Herinneringen zoeken hun weg naar de oppervlakte. Ik verheug me! En twee elfjes die ik net schreef nav de opdrachten.

    Het
    onvermogen om
    gevoelens te kunnen
    uiten, met elkaar delen.
    Verstikkend.

    Oma,
    keurige vrouw.
    Altijd netjes gekleed.
    Jurk, oorbellen en ketting.
    Goudenglans.

  9. Evert van Dijken

    Fijn om met deze opdrachten aan de slag te gaan Christine. Veel herinneringen aan mijn opoe kwamen boven, aan de donkere kleding die ze droeg omdat mijn opa al op zijn 64e overleed. Ik kijk uit naar zaterdag!

    1. Christine de Vries Bericht auteur

      Fijn Evert!
      We gaan die allemaal ervaren: een nieuwe stroom van herinneringen aan momenten en beelden waar we heel lang niet meer aan hadden gedacht, maar die rustig op onze aandacht hebben gewacht om opnieuw voel- en zichtbaar te worden.

      Tot gauw!

  10. Esther van der Zee

    Door deze oefeningen krijg ik echt zin om te schrijven! Daarnaast kwam ik op dierbare herinneringen aan mijn Omi! Hartelijk dank Christine de Vries! Groetjes Esther van der Zee

    1. Christine de Vries Bericht auteur

      Dag Esther,
      Wat fijn dat je dit zo ervaart, want hiermee zijn vier van mijn wensen voor deze oefeningen al vervuld:
      – herinneringen terugvinden zodat we ons kunnen verbinden met onze familiegeschiedenis.
      – mensen enthousiasmeren om zelf de pen op te pakken en het te proberen
      – genieten van het schrijfproces
      – ervaringen met elkaar delen op het blog

      Tot zaterdag!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *